Column

Als het zo doorgaat, gaan we allemaal naar de Griek

23-03-2010
Denkend aan Griekenland, zie ik……Demis Roussos. U kent ‘m vast nog -  die zwetende Baardmans met zijn uitpuilende bolbuik. Hij zong alsof hij een slof sigaretten per dag rookte, over zijn longen. Kreunend en steunend waggelde Demis Roussos, de vleesgeworden Griek, door de jaren ’70. En tóen dacht ik al : die heeft een te grote broek aan. Nana Mouskouri was ook Grieks. Een magere, spichtige zangeres - haar handelsmerk was een hoornen brilmontuur dat rechtstreeks uit het Pleistoceen stamde. Zowel Demis als Nana lachten hun tanden bloot alsof er niks aan de hand was. Met de kennis van nu had ik toen al kunnen weten dat Griekenland voor een tweesprong stond: de decadentie van Demis, of de nuchterheid van Nana. De Grieken kozen - het waren de vette jaren ’70 -  voor Dikke Demis. Zijn grootste hit was ‘My friend the wind’, en deze songtitel is achteraf profetisch te noemen: ze hebben de kluit goed belazerd met boekhoudkundige windhandel. De begroting blijkt bij mekaar verzonnen. ‘Uiteraard’, hoor ik u denken, ‘ze zijn per slot van rekening de uitvinders van de Griekse mythologie.’ Ik ben benieuwd wat Homerus vandaag de dag over zijn land zou dichten. Zeker geen Odyssee, eerder Puree. Want Griekenland heeft de boekhouding van een door mekaar gewaaide Knossos-schotel. Die chaos hebben ze, zoals genoegzaam bekend, zelf veroorzaakt. De vraag is nu of wij ze geld gaan geven. Ouzo? Waarom zouden we ze helpen als zij zelf in de shit zijn gesprongen? Democratie is een uitvinding van de Grieken, dus laat maar zien hoe het werkt dan! Maar nee, ik vrees dat er miljarden uit onze schatkist naar de Grieken zullen vloeien. Omdat anders de euro in mekaar stort, en dan zitten we allemáál tot onze nek in de tzatziki. Ik vrees dat dit pas het begin is; hoe harder je in de stront roert, des te meer ‘ie gaat stinken. Ons wacht een tsunami van omvallende landen. Spanje en Portugal volgen weldra - Joost mag weten wie daarna. En wij? Wij doen alsof onze neus bloedt. We houden ons Hollandse vingertje stijf in de wegzakkende dijk die Europa heet. Ik zeg: zandzakken voor de deur, lieve mensen. Zandzakken voor de deur.