Column
De wanhopige dodenrit van Drs. JP
08-02-2009
Hoe hou je een troep hongerige wolven op afstand? Onze onvolprezen Drs. P. wist het wel. Hij bezong in zijn lied ‘Dodenrit' de beste remedie: slinger af en toe wat vlees uit de arreslee, desnoods je eigen kinderen. Troïka hier, troïka daar/twee halfom en één tartaar. Zo moet onze minister-president zich ook voelen nu hij, gedwongen door de feiten, onderzoek laat doen naar de besluitvorming over Nederlandse deelname aan de oorlog in Irak. Dat vondt JP jarenlang niet nodig, maar ineens benoemd hij een onafhankelijke commissie - wat op zich al behoorlijk tegenstrijdig is. Het enige échte politieke instrument, de parlementaire enquete, dient te allen tijde te worden vermeden. Dan maar zelf aan de slag. Troïka hier, troïka daar/doe het zelf met naald en schaar. Bij de vorming van dit kabinet hebben de coalitiepartijen in het regeerakkoord bekonkelt dat er geen parlementaire enquete mag komen over Irak. Wat natuurlijk bewijst dat er wel degelijk iets niet klopt. Troïka hier, troïka daar/overal zit paardenhaar. Nee, liever geen pottenkijkers in de Hell's kitchen van dit kabinet. Hoe harder je in de stront roert, des te meer ‘ie gaat stinken. De afspraak om een werkelijk democratisch onderzoek naar de oorlog in Irak te blokkeren heeft het bestaansrecht van dit kabinet vanaf het begin al ondermijnt. Het apenorkestje viel gezamenlijk in op een valse noot en sindsdien dansen ze de horlepiep. Zo jagen wij maar voort als in een gruwelijke droom/Ajo ajo ajo al in die hoge klapperboom. Wij weten natuurlijk allemaal alláng dat we die oorlog in zijn gefrommeld door de Amerikanen en dat ons een gruwelijk rad voor de ogen is gedraaid. Geen nuchter mens die daar nog aan twijfelt. Een ‘onafhankelijke' commissie verandert daar helemaal niets aan, al zal op alle mogelijke manieren worden getracht de geschiedenis op te poetsen. Straks, als er veel tijd en geld over de balk zijn gegooit, komt er uiteraard alsnog een parlementaire enquete. Dat weet onze premier ook, maar hoog in zijn torentje doet hij alsof zijn neusje bloedt. Tevergeefs, meneer de president. De wolven naderen. Troïka hier, troïka daar/Foei, hoe suffend staat gij daar?