Column

Kunstkinderen

06-11-2014
In januari van dit jaar stond ik op de stoelen in het Victor Palace Theatre in Londen. En ik was niet de enige. Na iedere sleutelscéne in de musical Billy Elliot kwam de stijf uitverkochte zaal omhoog om te joelen en te applaudisseren. Het was een avond om nooit te vergeten. Billy Elliot vertelt een verhaal dat mensen, jong en oud, emotioneert; het is bovendien een musical met zeggingskracht. Er wordt fantastisch geacteerd en gezongen, de decors zijn adembenemend en – belangrijkste troef – wat de twee jonge hoofdrolspelertjes laten zien grenst aan het onmogelijke. Ze dansen de sterren niet van de hemel, nee, ze plakken er zelf een paar bij. Kortom: de musical Billy Elliot is een enorme hit. Hij komt naar Den Haag en gaat aanstaande 30 november in het Circustheater in premiere. De vraag is echter of het hier net zo’n hit zal blijken te zijn. Het verhaal is één op één overgenomen van het origineel en speelt zich af tegen de achtergrond van de strijd tussen premier Margaret Thatcher en de mijnwerkers in 1984; wij kennen dat verhaal niet of nauwelijks. Als het ‘monster’ Thatcher straks boven het publiek hangt in de vorm van een enorme opblaaspop – zal het publiek dan ook vol afgrijzen wegduiken of alleen grinniken? Wat Billy Elliot zéker bijzonder maakt is dat producent Joop van den Ende het voor elkaar heeft gebokst om een uitzondering te krijgen op de arbeidswet voor kinderen. Deze zogenoemde ‘kunstkinderen’ mogen zestien keer meer optreden dan wettelijk toegestaan en repetities vallen daarin ineens ook niet meer onder. Hier zijn twee redenen voor: de zware dans- en zangrollen vergen immens veel repetities en dan ben je zo door je speelbeurten heen. Ten tweede komt het verdienmodel van de musical in gevaar: er is veel geld geinvesteerd in de jongetjes en die investering moet renderen. Als ondernemer een begrijpelijke keuze. Maar bij een musical die gaat over uitbuiting van de sociale onderklasse voelt het vreemd dat de wet moet worden omgebogen om te dansen naar de pijpen van een producent. Wat is die wet nog waard? Wie maakt hier de (arbo)dienst uit?