Column

Niet roken is verslavend

03-07-2008
Dus begin er niet aan. De nadelen van niet-roken zijn algemeen bekend. U verandert van een rustige roker in een bemoeizieke betweter. U wordt onverdraagzaam en veroordeelt rokers: sinds 1 juli is roken een criminele activiteit. Dit land is ten prooi gevallen aan een oude Nederlandse kwaal: de apartheid is weer terug, niet voor zwarten maar voor rokers. Die zijn ook zwart, maar dan van binnen. Niet-roken lijkt slimmer, maar het tegendeel is waar: je steekt er niks van op. Stelt u zich eens voor dat er geen niet-rokers zouden zijn: dan waren al onze problemen in één klap opgelost. Geen files, geen woningnood, geen verkwisting van gemeenschapsgeld - want niet-rokers zijn asociale mensen. Ze leven langer en maken daarmee het zorgstelsel onbetaalbaar. Zelf vinden ze dat ze gezonder leven: zal best. Uiteindelijk is dat zinloos. Als je gezond leeft, dan sterf je gezond. De dood is voor iedereen gelijk. Zie hier de tragiek van een niet-roker: de meesten zullen toch in rook opgaan. Hoe fanatiek ze ook tegen roken zijn geweest, ze gaan allemaal de pijp uit. Oh, ironie! Gelukkig zijn er ook lichtpuntjes voor rokers: zo wordt in het Europees parlement het rookverbod alweer versoepelt. De europarlementariërs roken gewoon weer op hun werkkamer! Een goed voorbeeld doet goed volgen, dus wat houd u tegen? Ons land is in de wurggreep van niet-rokers. Ik noem ze de Nederlandse Stop Brigade (maar dat mag u  afkorten). Voor verstokte rokers zijn hun maatregelen een nachtmerrie: roken in de buurt van je personeel mag niet meer. Hoe lost Beatrix dat in godsnaam op? Toegegeven: niet-rokers hebben zich goed georganiseerd en daarmee hun zin gekregen. Dus waarom zouden we stoppen bij de sigaret? Er is nog zoveel meer dat smeult en stinkt in onze samenleving. Ik stel voor dat we belangengroeperingen oprichten die gaan strijden voor het uitroeien van: rookworst, gerookte paling, bumperklevers, honden en hun poep, gillende kinderen en Jantje Smitmuziek. U mag deze lijst zelf naar hartelust aanvullen. Maar laat ons bovenal verlost worden van de stinkende spruitjeslucht, die als een verstikkende blusdeken over dit land hangt. Zoals mijn vader vroeger in de auto altijd zei, als iemand een scheet had gelaten: ‘Allemaal een flinke snuif en het is zó weg'.